cubs-teamfoto-2016-site

Een Cubsteam bestaat uit 15 spelers en is daarmee een ‘volledig team’. : 8 voorwaartsen en 7 driekwarten. Er wordt met een 8 man scrum gespeeld en een volledige line-out. Cubs is ook de eerste categorie jongens & meisjes die op een heel veld spelen en waar een competitie door Rugby Nederland wordt bijgehouden. Die competitie is een piramide vorm met doorgaans 1 (hoogste) zogeheten Cup Poule gevolgd door 2 Plate Poules, 3 Bowl Poules en 5 Shield Poules. In seizoen 2020-20221 spelen de RFC Gouda Cubs op Plate- niveau.

Ondanks dat dit vaak doorgegroeide jeugdleden zijn uit de TBM, is het nog heel goed mogelijk en gebruikelijk  om op dit niveau binnen te stappen in de rugbysport.

Trainingstijden & Staf staan bij De Club/Trainingsinfo

De regels

De regels van rugby op dit niveau verschillen nauwelijks van de regels voor senioren rugby. Jongens en meisjes die rugby op dit niveau willen spelen, leren om 15 mans rugby te kunnen spelen, alles dus! Het is belangrijk dat je weet wat elke positie in het veld inhoudt. Hieronder een korte omschrijving van de posities in het veld.

1. De loose head prop
De loose head prop vormt met de hooker en de tight head prop de eerste rij in de scrum. De eerste rijers zijn de mannetjesputters van het team. Vaak zijn ze even breed als lang. Zij moeten het vooral van hun kracht en hardheid hebben. De loose head prop dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn hoofd vrij heeft in de scrum (niet tussen de twee hoofden van de hooker en de prop van tegenstanders). Samen met de tight head prop ondersteunt hij de hooker. In de line-out zullen de props vaak de springers ondersteunen.

2. De hooker
De hooker vormt met de twee props de eerste rij in de scrum. De eerste rijers zijn de mannetjesputters van het team. Vaak zijn ze even breed als lang. Zij moeten het vooral van hun kracht en hardheid hebben. De hooker is de middelste van de drie, hij wordt ondersteund door zijn beide props. Daardoor heeft hij zijn voeten vrij om bij het ingooien van de bal deze zo snel mogelijk met zijn voeten naar achter te werken. De bal moet door de scrumhalf precies in het midden tussen beide eerste rijen ingegooid worden. De ingooiende scrumhalf bepaalt echter wel het moment waarop. De bal mag alleen met de voeten naar achter gewerkt worden. Bij de line-out gooit de hooker vaak de bal in. Ook hier geldt weer dat de bal precies midden tussen beide rijen ingegooid moet worden, alleen het moment waarop wordt bepaald door de ingooiende partij.

3. De tight head prop
De tight head prop vormt met de hooker en de loose head prop de eerste rij in de scrum. De eerste rijers zijn de mannetjesputters van het team. Vaak zijn ze even breed als lang. Zij moeten het vooral van hun kracht en hardheid hebben. De tight head prop dankt zijn naam aan het feit dat hij zijn hoofd zich tussen de twee hoofden van de hooker en de prop van tegenstanders in bevindt tijdens de scrum. Samen met de loose head prop ondersteunt hij de hooker. In de line-out zullen de props vaak de springers ondersteunen.

4 en 5 Tweede rijer
De twee tweede rijers (locks) vormen de motor van de scrum (zij leveren de kracht). Verdedigend vangen zij ook de kracht op door zich met gestrekte benen vast te zetten (to lock) in de grond. Zij zijn lang en sterk. In de line-out zijn zij vaak de springers.

8. Nummer 8
De nummer 8 is de laatste man in de scrum, daaraan dankt hij ook zijn originele naam. Hij stuurt de scrum en controleert met zijn voeten een gewonnen bal. De scrumhalf mag de bal pas oppakken als de bal vrij ligt van de scrum (dus niet meer onder de benen van de spelers in de scrum). Vaak pakt de nummer 8 ook zelf de bal op na een gewonnen scrum. Hij doet dit door met de bal voor zijn voeten de scrum los te laten en dan de bal op te pakken en er mee op te lopen. Zo bindt hij een verdediger aan zich en zijn scrumhalf kan meegaan als extra speler in de aanval. De nummer 8 is vaak een lange stevige sterke speler, die in zijn eentje door een verdediging heen kan breken. Samen met de flankers (de derde rij) breken ze verdedigend als eerste op van de scrum om zo snel mogelijk de aanval van de tegenpartij te verstoren. De derde rijers zijn de echte werkpaarden, die achter elke bal aan gaan. Over het algemeen kunnen zij ook nog redelijk goed meekomen met de snelle driekwarten.

9. De scrumhalf
Aanvallend is de scrumhalf de verbindingsschakel tussen de voorwaartsen en de driekwarten. De scrumhalf ontvangt gewonnen ballen van de voorwaartsen en speelt ze af naar de driekwarten (meestal de flyhalf). Bij spelhervattingen na een penaltykick neemt de scrumhalf vaak het tactische korte kickje (een schopje tegen de bal en de bal zelf oppakken en doorspelen). De scrumhalf gooit ook de bal in bij de scrum en pakt hem er achter meestal ook weer op om hem weer door te passen. De scrumhalf staat ook direct naast de line-out om de bal te ontvangen van de springers in de line-out, om hem dan vervolgens weer door te spelen naar de driekwarten. De scrumhalf moet dus, vaak onder moeilijke omstandigheden, een goede pass kunnen geven over een grote afstand. Verdedigend zal een scrumhalf zo veel mogelijk proberen te voorkomen dat de scrumhalf van de tegenpartij de bal te pakken krijgt, of goed af kan spelen.

10. De flyhalf
De flyhalf is de eerste schakel van de driekwarten en daarbij een soort spelbepaler. De flyhalf bepaalt aanvallend welk van de ingestudeerde bewegingen de driekwarten gaan maken om zoveel mogelijk terrein te winnen. Vaak is de flyhalf iemand die een goede pass over grote afstand kan geven. Tevens is het ook iemand die goede tactische kickjes (geschopte ballen) kan geven. De flyhalf moet in een fractie van een seconde de juiste beslissingen kunnen nemen, omdat hij zijn acties vaak vrij dicht op de verdediging van de tegenpartij moet uitvoeren. Verdedigend moet de flyhalf een goede tackelaar zijn en een goede startsnelheid hebben, dus razend snel op kunnen lopen.

12.Eerste center
De eerste center (ook wel inside center genoemd) heeft aanvallend de taak om op snelheid zoveel mogelijk terrein te winnen en eventueel door de verdediging heen te breken. Daartoe moeten centers snel, wendbaar (vele schijnbewegingen) en balvaardig (goed kunnen vangen en passen) zijn. Daarbij moet hij wel steeds bedenken dat er naast hem nog twee medespelers mee de aanval in zijn. Zodat hij steeds in staat moet zijn om de bal door te passen naar de tweede center. Verdedigend moet een center goed kunnen tackelen om op deze manier de centers van de tegenpartij af te kunnen stoppen

13. De tweede center
De tweede center (ook wel outside center genoemd) heeft aanvallend de taak om op snelheid zoveel mogelijk terrein te winnen en eventueel door de verdediging heen te breken. Daartoe moeten centers snel, wendbaar (vele schijnbewegingen) en balvaardig (goed kunnen vangen en passen) zijn. De tweede center zal over het algemeen nog iets meer loopvermogen hebben dan de eerste center. Daarbij moet hij wel steeds bedenken dat er naast hem nog een medespeler mee de aanval in is. Zodat hij steeds in staat moet zijn om de bal door te passen naar de wing. Verdedigend moet een center goed kunnen tackelen om op deze manier de centers van de tegenpartij af te kunnen stoppen.

11 en 14 De wing
De wingers zijn de echte renpaarden, zij moeten het afmaken door om de verdediging heen te lopen om te scoren. Elke wing heeft een eigen kant van het veld. Er is dus een linker en een rechter wing die steeds ook rechts en links blijven spelen. Dus afhankelijk van waar bijvoorbeeld de scrum of line-out wordt genomen ben je als wing de ene keer open wing (naast de tweede center) of blind-side wing (in je eentje aan de ander kant van de scrum of direct achter de line-out). Verdedigend moet een wing goed kunnen tackelen en een bal ver uit kunnen schoppen. Wingers vormen met de fullback een soort driemanschap. Zij vullen elkaars plaatsen op om, als een aanval overgenomen wordt, verdedigend toch nog iemand achterin te hebben, die verre kicks kan verwerken of doorgebroken spelers kan tackelen.

15. Full back
De voornaamste taak van de full back het overzicht houden op het spel en zich opstellen als laatste verdedigingslijn. De full back moet naast een goed spelinzicht ( het spel kunnen ‘lezen’) ook goed kunnen tackelen. Daarnaast moet de full back de hoge kicks vangen en op basis van het tactisch inzicht terug kicken of starten van de tegenaanval vanuit de diepte. In de aanval kan de full back zich als een extra man in de lijn opstellen of als afleidingsmanoeuvre dienen.

Hoofd Sponsors